Er is meer dan één reden om hogere onderwijsvormen naar Oost-Groningen te halen. Door verbreding van het onderwijsaanbod zullen meer jongeren gedurende langere tijd in onze regio blijven wonen, of er zich gaan vestigen. Oost-Groningen biedt docenten een aantrekkelijke werk- en woonomgeving. Onderwijsinstellingen hebben een grote verscheidenheid aan ondersteunende beroepen nodig. Denk hierbij niet alleen aan schoonmakers, maar ook aan technici, timmerlieden, elektriciens, en niet te vergeten ICT’ers. Een positief effect is dat de vergrijzing een halt kan worden toegeroepen en dat zelfs de gemiddelde leeftijd van de bevolking gaat dalen. De lokale middenstand zal profiteren van een toenemende vraag naar levensmiddelen en consumentenproducten. Ook culturele instellingen en het cultureel erfgoed zullen profiteren van de komst van nieuwe beroepsgroepen en studenten.

Het Oost-Groningse hoger onderwijs kan worden gevormd uit afdelingen van bestaande onderwijsinstellingen uit de stad Groningen en Leer-Emden-Oldenburg. De vestiging moet in ieder geval leiden tot een vermindering van de verkeersdruk en de druk op de woningmarkt van de uitdijende stad Groningen. Dat bij de ontwikkeling van een breder onderwijsaanbod in Oost-Groningen ook Duitsland moet worden betrokken spreekt welhaast als vanzelf. Ook nu zijn er al samenwerkingsverbanden met de Hochschule Emden-Leer en de Universiteit van Oldenburg, maar die zijn nog beperkt. De uitdagingen voor de gehele grensregio zijn deels dezelfde. Het gaat daarbij onder meer om onderwijs en onderzoek op het gebied van energiegebruik en -productie, om milieu-, natuur- en diervriendelijker landbouw, het behoud en de ontwikkeling van de natuur en het landschap. Niet mag worden vergeten dat de zorg voor jeugd, mensen met beperkingen en ouderen ook grote uitdagingen kennen. Uitwisseling van kennis en ervaring uit beide landen kan een duurzame toekomst voor Oost-Groningen alleen maar versterken.

Het aantrekken van een breder onderwijsaanbod moet wel gepaard gaan met een uitgekiende planvorming voor het openbaar vervoer, met liefst een afname van het autoverkeer tot gevolg. Maar wel zo dat zowel de onderwijsinstellingen als de dorpen en Winschoten goed op elkaar zijn aangesloten. Een goede spoorlijn naar Groningen en Leer/Emden/Bremen is dan ook noodzakelijk.